Hoe een knoop aannaaien
We hebben het allemaal al wel eens voorgehad. We halen die favoriete trui of bloes uit de kast of dat zelden gedragen pakje en ontdekken dat er een knoop ontbreekt net op het moment dat we het kledingstuk nodig hebben. Er is geen tijd meer om de kledij naar een retoucheuse te brengen, maar zelf weten we niet hoe we die knoop eraan krijgen.
Het is een waarheid als een koe dat de meeste mensen tegenwoordig nooit de basisvaardigheden geleerd hebben om kledij te herstellen – om bijvoorbeeld dus een knoop aan te naaien.
Wat u nodig hebt:
• een naald
• draad
• een knoop (diegene die losgeraakt is of een andere passende knoop)
• een schaar
Om te beginnen gaat u de naald draden met draad die bij de kleur van de kledij past (of met draad die bij de andere gebruikte draad past). Neem vervolgens het kledingstuk met de ontbrekende knoop en zoek de plaats waar de knoop zat. Steek de naald door de achterkant van de stof, maar duw die niet helemaal door.
Schuif de knoop op de naald en hou die op zijn plaats terwijl u de naald volledig door de stof steekt. Hoe u dan verder gaat, hangt af van het soort knoop en van het aantal gaatjes in de knoop. De meeste knopen zullen ofwel twee gaatjes hebben ofwel vier, ofwel zullen het knopen zijn met een stompje (achteraan, waar dan een gaatje inzit voor de bevestiging).
Knopen met zo’n stompje zijn het makkelijkst, want u hoeft enkel de draad door het gaatje te steken, daarna door de stof en dan herhaalt u dit een aantal keer. Daarna bindt u tot slot de draad achteraan af.
Knopen met twee gaatjes zijn ook nog makkelijk, want u steekt naald en draad gewoon door één gaatje en daarna door het andere en u herhaalt dit tot de knoop vastzit. Ook hier bindt u de draad achteraan af.
Bij knopen met vier gaatjes moet u weten hoe de andere knopen aangenaaid zijn. Gewoonlijk is dit via een kruis- of parallelpatroon. Bij het kruispatroon steekt u gewoon naald en draad omhoog in één gaatje en naar beneden in het gaatje dat er diagonaal tegenover staat, dan weer omhoog door het aangrenzende gaatje en naar beneden door het gaatje dat er opnieuw schuin tegenover staat.
Het parallelpatroon wordt gecreëerd door naald en draad omhoog te steken door één gat, terug naar beneden te doen door het volgende gat in de richting van de wijzers van de klok, daarna terug omhoog door het volgende gat in diezelfde richting en terug naar beneden door het laatste gat. Deze stappen worden herhaald tot de knoop vastzit. Dan bindt u de draad achteraan de stof af.
Eindstappen:
Wanneer de knoop dient voor een kledingstuk voor buitenshuis, zoals een bovenjas, dan geeft u de draad misschien best wat speling en draait u hem een paar keer rond de onderkant van de knoop vooraleer u hem achteraan de stof afbindt. Zo heeft de knoop een sterke basis en zijn de draden beschermd tegen wrijving.
Om de draad makkelijk af te binden, bestaan er wat trucjes. Eens u de draad door de achterkant van de stof gestopt hebt, doet u de naald twee keer oppervlakkig door de achterkant van de stof om een lus te vormen. Steek de naald daarna twee of drie keer door de lus die u gecreëerd hebt en trek strak aan. Zo gaat de lus dicht en wordt tegelijkertijd een vaste knoop gevormd. Daarna kunt u gewoonweg de draad afknippen en u bent klaar.
Tip: Wanneer u een knoop moet aannaaien bij sterke kledij zoals overjassen en werkkledij of bij knopen die heel wat spanning ondergaan, kunt u misschien een zwaardere draad gebruiken. Ik zou quiltdraad aanraden. Deze draad is gewoonlijk geweven uit vezels en heeft ook een behandeling ondergaan waardoor hij makkelijker door zwaardere stoffen kan. Wanneer u vaak dezelfde knoop verliest, dan zou quiltdraad een oplossing kunnen zijn.
© Modewijzer.com
Foto: Shutterstock